Koppel vrijgesproken van betrokkenheid bij een hennepkwekerij in hun schuur
Onze lieve cliënten, een koppel, moesten in mei 2023 bij de Meervoudige Strafkamer verschijnen van de Rechtbank Limburg voor het exploiteren van een hennepkwekerij die in 2020 in hun schuur was aangetroffen. Volgens het Openbaar Ministerie zijn zij beiden verantwoordelijk voor de hennepkwekerij en hebben zij hier ook bijna € 75.000,– aan verdiend!
De man was aangehouden geweest en had op advies van zijn toenmalige advocaat gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. De vrouw werd later ontboden op het politiebureau waar zij zonder advocaat een verklaring had afgelegd. Op de terechtzitting heeft de man echter wel een verklaring afgelegd, gelijk aan de verklaring van zijn vrouw.
Deze verklaring hield in dat zij niet verantwoordelijk waren voor de hennepkwekerij in hun schuur. Zij hadden de schuur namelijk verhuurd aan een ander. Cliënten en deze huurder zijn zelfs een huurovereenkomst overeengekomen. De ondertekende huurovereenkomst hebben zij echter niet meer terug kunnen vinden. Zij staan onder bewind en konden spreekwoordelijk door de bomen het bos niet meer zien. Zij hadden geen enkele controle meer over hun financiën en administratie. Door deze door hun zelf veroorzaakte administratieve puinhoop zijn zij papieren kwijtgeraakt, zo ook de huurovereenkomst. Dit tot hun grote spijt. Zij hadden immers een huurovereenkomst met daarin ook gegevens van de huurder. Alles stond in het huurcontract dat zij niet meer kunnen vinden. Ondanks dat dit belangrijke formele papiertje nog steeds niet gevonden is, is de schuur wel verhuurd geweest.
De Strafpleiters hebben bepleit dat uit geen enkel bewijsmiddel in het dossier volgt dat cliënten zelf enige handeling, gericht op de teelt/bewerking van hennep hebben verricht. Sterker nog, sinds de aanvang van de verhuur is de man sowieso niet meer in de schuur geweest, en de vrouw enkel in het niet-afgesloten voorgedeelte voor de verzorging van hun dieren. Niemand heeft verder ooit in die omgeving een hennepgeur geroken, en er zijn ook geen anonieme meldingen geweest. De aanwezige hoorbare ventilatoren hebben ook geen bellen doen rinkelen, aangezien cliënten er bekend mee waren dat de huurder machines had staan in verband met zijn werkzaamheden. Dat was ook immers de reden dat er, door iemand van Enexis die in aanwezigheid van de huurder was, krachtstroom aangelegd werd twee á drie weken nadat de huurovereenkomst met de huurder tot stand was gekomen. Althans cliënten verkeerden nadrukkelijk in die veronderstelling dat die aansluiting daarvoor bedoeld was. Ze hadden immers zelf ook regelmatig problemen met de elektriciteit in huis en de huurder maakte hen wijs dat hij ten behoeve van zijn nodige machines krachtstroom nodig had. Daarnaast beschikken cliënten ook helemaal niet over de sleutel van de gesloten toegangsdeur in de schuur naar de hennepkwekerij en hadden dus ook geen feitelijke beschikkingsmacht. De hennepkwekerij zat achter een afgesloten deur die de politie opengebroken heeft met een koevoet.
Wel heeft de vrouw genoeg feiten en omstandigheden aangedragen waar de politie onderzoek naar had kunnen doen, maar om onbekende redenen gewoon heeft nagelaten. Zo omschrijft zij de uiterlijke kenmerken van de huurder en geeft zij een omschrijving van het voertuig waar hij in reed. Een buurtonderzoek had hier dan ook op zijn minst plaats moeten vinden in de visie van De Strafpleiters. Datzelfde geldt voor sporenonderzoek. Dit laatste in het bijzonder, omdat gebleken is dat cliënten niet over de sleutel beschikken van de toegangsdeur die toegang geeft tot de afgesloten ruimte. Op de in die afgesloten ruimte aangetroffen goederen, hadden derhalve sporen veiliggesteld kunnen worden. Het feit dat dit niet is gebeurd, kan niet voor risico van cliënten komen.
De Strafpleiters hebben zich dan ook op het uitdrukkelijke standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat cliënten betrokkenheid hebben gehad bij de hennepkwekerij. Tijdens de terechtzitting werd al snel duidelijk dat het lieve koppel niets van doen hebben gehad met de hennepkwekerij en dat het bewijs gewoonweg tekort schiet in deze zaak. Cliënten zijn dan ook beiden terecht van enige betrokkenheid vrijgesproken en de ontnemingsvordering is eveneens terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Eind goed, al goed. Inmiddels zijn deze uitspraken ook gepubliceerd (ECLI:NL:RBLIM:2023:6890, ECLI:NL:RBLIM:2023:6891, ECLI:NL:RBLIM:2023:6892, ECLI:NL:RBLIM:2023:68940).
Wordt u ook beschuldigd van betrokkenheid bij een hennepkwekerij, of soortgelijke drugsmisdrijven zoals bezit van hennep of harddrugs, het dealen van softdrugs of harddrugs, of het exploiteren van een drugslab? Neem dan onmiddellijk contact met ons op!