Close

24 juli 2025

Schuldverkrachting en opzetverkrachting in de nieuwe Zedenwet, wat is het verschil?

Schuldverkrachting

 

Schuldverkrachting en opzetverkrachting, twee nieuwe vormen van verkrachting die zijn opgenomen in de nieuwe zedenwetgeving. Vóór 1 juli 2024 kende het Nederlandse Wetboek van Strafrecht slechts één vorm van verkrachting (artikel 242 Sr (oud). Sinds 1 juli 2024 wordt er onderscheid gemaakt tussen schuldverkrachting (artikel 242 Sr) en opzetverkrachting (artikel 243 Sr).

Schuldverkrachting

In het strafrecht wordt onder bepaalde omstandigheden gesproken van schuldverkrachting. Dit is het geval wanneer iemand seksuele handelingen verricht met een ander, terwijl hij of zij zich bewust is van omstandigheden die erop wijzen dat de ander mogelijk geen vrijwillige instemming geeft. Desondanks wordt niet de conclusie getrokken dat de wil bij die ander daadwerkelijk ontbreekt. Met andere woorden: een verdachte die signalen opmerkt die twijfel oproepen over de instemming van de ander, dient daar serieus op te reageren. Dat betekent: óf afzien van verdere seksuele handelingen, óf eerst op duidelijke en afdoende wijze nagaan of de ander het contact daadwerkelijk nog vrijwillig wil. Doet de verdachte dat niet en gaat hij toch uit van instemming dan kan dat juridisch worden aangemerkt als schuldverkrachting.

Het gaat hier dus om situaties waarin er geen sprake is van opzet op verkrachting, maar waarin iemand wel verwijtbaar handelt door niet goed stil te staan bij de mogelijkheid dat de ander het seksuele contact niet (meer) wil. Een verkeerde inschatting van het gedrag van een ander tijdens seksueel contact kan dus enorm grote gevolgen hebben voor een verdachte.

 

Opzetverkrachting

Bij opzetverkrachting gaat het om situaties waarin de verdachte doelbewust handelt terwijl hij weet, of ten minste ernstig rekening houdt met de mogelijkheid, dat de ander geen vrijwillige instemming geeft met het seksuele contact. Met andere woorden: de verdachte negeert bewust het ontbreken van de wil bij de ander, of accepteert dat risico.

In juridische termen geldt voorwaardelijk opzet als de ondergrens. De verdachte had kunnen en moeten beseffen dat de ander mogelijk geen instemming gaf, maar stopte niet. Aan de andere kant van het spectrum staat vol opzet, waarbij de verdachte daadwerkelijk wist dat er geen toestemming was, en toch tot seksuele handelingen overging.

Opzetverkrachting vereist dus méér dan onvoorzichtigheid of onoplettendheid. Het gaat om bewust en verwijtbaar gedrag waarbij de wil van de ander wordt genegeerd of terzijde wordt geschoven.

 

Gekwalificeerde opzetverkrachting

Voorheen was sprake van verkrachting indien er gebruik werd gemaakt van dwang, geweld of bedreiging. Dat is voor schuldverkrachting en opzetverkrachting niet meer nodig. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van dwang, geweld of bedreiging, dan is sprake van gekwalificeerde opzetverkrachting. Hetgeen nog zwaarder wordt gestraft dan opzetverkrachting op zichzelf.

 

De straffen

Schuldverkrachting en (gekwalificeerde) opzetverkrachting kunnen niet worden bestraft met een taakstraf. Op grond van artikel 22b Sr geldt namelijk het taakstrafverbod.  Bij een bewezenverklaring dient daarom altijd rekening te worden gehouden met een gevangenisstraf. Volgens de Richtlijn voor strafvordering verkrachting van het Openbaar Ministerie geldt voor schuldverkrachting een gevangenisstraf van 1 tot 2 jaar. Voor opzetverkrachting geldt een gevangenisstraf van 2 tot 3 jaar. Bij een bewezenverklaring van gekwalificeerde opzetverkrachting dient volgens de Richtlijn van het OM een gevangenisstraf van 3 tot 4 jaar worden opgelegd als sprake is van licht geweld. En een gevangenisstraf van 4 tot 8 jaar wanneer sprake is van zwaar geweld.

 

Gespecialiseerde zedenadvocaat

Zedenzaken zijn juridisch gezien veel complexer dan bijvoorbeeld een vernielings- of mishandelingszaak. Over het algemeen zijn zedenzaken ook lastiger te bewijzen. Omdat het seksuele contact zich vaak afspeelt in een een-op-een situatie, is het vaak het woord van de verdachte tegen het woord van de persoon die aangifte doet. Bij zedenzaken speelt steunbewijs, soms in de vorm van schakelbewijs, dan ook een belangrijke rol. De Strafpleiters schreven eerder al een blog waarom een zedenadvocaat van belang is!

Rechtsbijstand door gespecialiseerde zedenadvocaten is dan ook enorm van belang. Hoe eerder in de procedure je bijstand krijgt van een gespecialiseerde zedenadvocaat, hoe beter. Wij adviseren dan ook altijd contact op te nemen met De Strafpleiters op het moment dat u een uitnodiging van de politie (ontbiedingsbrief) ontvangt om op verhoor te komen. De verdedigingsstrategie in een zedenzaak dient vanaf het eerste contact met de politie te worden bepaald en op de juiste wijze te worden ingezet.

Schroom niet om contact op te nemen met De Strafpleiters. Na jarenlange ervaring met zedenzaken weten wij wat belangrijk is om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen in de strafprocedure die (mogelijk) tegen u wordt aangespannen.