Close

15 november 2018

Tik op de vingers van OM

justitie

Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, parketnummer 16/152029-17.

De politierechter in Lelystad heeft op 27 maart 2018 de politie en daarmee ook justitie op de vingers getikt over het recht op verhoorbijstand bij minderjarige verdachten. De politierechter heeft duidelijk gemaakt dat hier niet lichtvaardig mee om dient te worden gegaan.

Mijn minderjarige cliënt werd verdacht van een feit waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegelaten. Dit betekent dat hij wel kon worden aangehouden en worden opgehouden voor verhoor voor de duur van 6 uur, maar langer dan dit niet.

Op dit punt maakte de politie de eerste fout. Mijn minderjarige cliënt werd namelijk, onterecht, langer dan zes uur vastgehouden omdat het verhoor nog niet was afgerond. Dan de tweede fout die de politie maakte. Bij aanvang van het verhoor heeft cliënt direct te kennen gegeven dat hij gebruik wilde maken van een vertrouwenspersoon tijdens het verhoor, namelijk zijn vader. Minderjarige verdachten kunnen er namelijk voor kiezen om zich tijden het verhoor te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon in plaats van een advocaat.

De politie heeft naar aanleiding van deze wens van cliënt contact opgenomen met de moeder van cliënt. Hiervan heeft de politie een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. In dit proces-verbaal van bevindingen geeft de verbalisant aan dat hij moeder heeft afgeraden om bij het verhoor aanwezig te zijn, daar minderjarigen niet makkelijk over seksualiteit praten als een ouder bij het verhoor aanwezig is. De verbalisant heeft, als ervaren zedenrechercheur, moeder overtuigd dat haar aanwezigheid tijdens het verhoor niet in het belang van haar zoon zou zijn.

Het verhoor is vervolgens gestart buiten de aanwezigheid van een advocaat en/of vertrouwenspersoon. Client heeft wederom, lees voor de tweede maal, gevraagd waar zijn vader was. De verbalisant heeft cliënt toen verteld dat zijn ouders het goed vonden als hij, buiten de aanwezigheid van zijn ouders en/of advocaat, met de politie zou praten. Vervolgens heeft cliënt een deels bekennende verklaring afgelegd.

Uiteraard ontving cliënt een oproep om te verschijnen voor de kinderrechter. Op dat moment heeft cliënt mij ingeschakeld om zijn belangen te behartigen tijdens de zitting en het dossier eens grondig te bestuderen. En of ik het grondig heb bestudeerd!!

Ter zitting heb ik het verweer gevoerd dat er sprake is van onrechtmatigheden in het voorbereidend onderzoek, de zogenoemde vormverzuimen, namelijk:

  • Overschrijding van de termijn voor het ophouden voor verhoor
  • Geen bijstand tijdens het verhoor van een advocaat/vertrouwenspersoon, ondanks de uitdrukkelijke wil van cliënt.

Ik heb de politierechter erop gewezen dat de verbalisant niet op deze wijze had mogen handelen en hiermee de belangen van cliënt heeft geschaad. Met name niet nu cliënt tot twee keer toe gevraagd heeft om zijn vader tijdens het verhoor. De verbalisant in kwestie had niet op de wijze mogen handelen zoals hij deed. En al helemaal niet als ik het eigen beleid van het Openbaar Ministerie erop nasla. Indien een minderjarige verdachte namelijk afstand doet van het recht op verhoorbijstand dan dient dit met de advocaat van de verdachte gecommuniceerd te worden. De advocaat dient dan vervolgens de hulpofficier van justitie in te schakelen om dit te bevestigen. De verbalisant in kwestie heeft dus niet alleen bewust de ouders van cliënt buiten de verhoorkamer gehouden, maar zich tevens niet gehouden aan het beleid van het Openbaar Ministerie. Deze vormverzuimen waren, naar mijn mening, dermate ernstig dat er maar één gevolg aan verbonden kon worden namelijk: bewijsuitsluiting van de door cliënt bij de politie afgelegde verklaring.

De kinderrechter was duidelijk: dit kan niet door de beugel. De kinderrechter was het met mij eens! Er was duidelijk sprake van een vormverzuim en de door cliënt afgelegde verklaring bij de politie werd dan ook uitgesloten van het bewijs.

Conclusie: vrijspraak!

× Hoe kan ik je helpen?