Vervroegde vrijspraak verdenking van seksueel misbruik minderjarige

Op 21 maart 2022 begon onze dag om 06:30 uur met een lange reis richting Zwolle. Op deze dag vond de inhoudelijke behandeling van de strafzaak van onze cliënt plaats bij de meervoudige strafkamer van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle.
Cliënt woonde op een boerderij waar het iedere zaterdag zoete inval was. Door de jaren heen was cliënt verschillende jongens uit de buurt behulpzaam door hen toe te laten om hem te helpen met klusjes op zijn boerderij. De jaren verstreken totdat bij cliënt de zogeheten ontbiedingsbrief van de zedenrecherche op de deurmat viel, waarin stond dat hij zich als verdachte van een zedenmisdrijf moest melden bij de politie voor een zedenverhoor. Een van deze jongens die hem kwam helpen op de boerderij, had cliënt beschuldigd van ontucht. Cliënt werd duidelijk dat hij, kort gezegd, door de politie verdacht werd van het plegen van seksueel misbruik met een minderjarige onder de 12 jaar.
Aan het begin van deze hel werd cliënt tijdens zijn politieverhoor bijgestaan door een andere advocaat. Uiteindelijk besloot cliënt zijn zaak toch liever bij ons aan te melden in december 2021. Cliënt gaf aan dat hij de verdenking van seksueel misbruik complete onzin en onwaarheid vond en hij sprak de hoop uit dat wij hem verder konden helpen. Uiteraard waren wij daartoe bereid!
Na ontvangst van het dossier constateerden wij vrijwel onmiddellijk dat het dossier vol onwaarheden, aannames en tegenstrijdigheden zat. Uiteindelijk heeft onze verdediging geleid tot een uitgebreid betoog met het verzoek om cliënt vrij te spreken van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 244 Sr.
Hoewel cliënt altijd een vrolijke man is met veel humor, ging hij gebukt onder de druk van deze vreselijke strafzaak. Hij zei vaak: “het hele proces heeft een behoorlijke impact op mij, hetgeen niet in woorden uit te drukken is”. Op de dag van de inhoudelijke zitting bij de meervoudige strafkamer was cliënt ontzettend zenuwachtig, maar had hij alle vertrouwen in onze verdediging, gevolgd door een goede afloop van deze strafzaak. De officier van justitie begon zijn requisitoir met de woorden: “Het was wikken en wegen in deze zaak”, wat naar onze mening al laat blijken dat ook het Openbaar Ministerie niet helemaal overtuigd was van het bewijs tegen cliënt. Ondanks dit twijfelachtige begin van zijn requisitoir, eindigde de officier van justitie met een absurde eis van vier jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. In ons 18 pagina’s tellende pleidooi hebben wij bepleit waarom het procesdossier opgebouwd is door middel van tegenstrijdigheden en inconsistenties, hetgeen primair de betrouwbaarheid aantast en subsidiair niet kan dienen als steunbewijs voor het vermeende seksuele misbruik. De verdediging heeft de rechtbank dan ook met klem verzocht cliënt vrij te spreken, daar dat de enige juiste beslissing in deze zaak zou zijn. Na afloop van de zitting was het eerste dat cliënt tegen ons zei: “Wat ben jij goed zeg, wat heb jij dat goed gedaan, echt dankjewel!”. Ontzettende mooie woorden van dankbaarheid na een drie uur durende zitting bij de meervoudige strafkamer in Zwolle.
Hoewel het gebruikelijk is dat de uitspraak twee weken na de inhoudelijke behandeling van de strafzaak volgt, deed de rechtbank al na één week uitspraak in deze bijzondere strafzaak. Cliënt is immers op 28 maart 2022 door de rechtbank vrijgesproken van het plegen van seksueel misbruik bij een minderjarige van onder de 12 jaar (artikel 244 Sr).
De uitspraak is inmiddels onherroepelijk en eveneens gepubliceerd: ECLI:NL:RBOVE:2022:825.