Vrijspraak besmetting met Hiv
Gerechtshof Den Bosch, ECLI:NL:GHSHE:2022:4860
Op 24 maart 2020 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant cliënt veroordeeld voor ‘zware mishandeling’ door, kortgezegd, aangeefster te besmetten met HIV. Aan hem is toen een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 6 maanden en moest hij een schadevergoeding betalen van ruim € 35.000,-. Tegen deze uitspraak heeft cliënt hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep hebben De Strafpleiters o.a. bepleit dat beide partijen hebben verklaard dat zij gedurende de seks een condoom hebben gebruikt. Volgens aangeefster is het condoom echter op enig moment afgedaan en volgens cliënt hebben zij altijd met condoom seks gehad. Het gerechtshof oordeelt dat hoewel er geen redenen zijn om aan de verklaring van aangeefster te twijfelen, dit ook geldt ten aanzien van de verklaring van cliënt. Het dossier biedt verder geen enkel ander bewijs dat seks zonder condoom zou hebben plaatsgevonden, hetgeen cliënt wordt verweten. Het gerechtshof benoemt daarbij ook de door De Strafpleiters aangehaalde whatsapp-gesprekken in het dossier, waarbij aangeefster cliënt veel verwijten maakt, maar op geen enkel moment spreekt van het feit dat er geen condoom is gebruikt en/of dat deze nooit af had mogen worden gedaan.
Het gerechtshof sluit ook aan bij hetgeen De Strafpleiters hebben aangevoerd als het gaat om de wijze waarop aangeefster besmet zou zijn geraakt met HIV. De verdediging heeft op basis van het dossier geconstateerd dat zowel aangeefster als cliënt last hadden van genitale wondjes als gevolg van een herpesinfectie en dat de besmetting ook op deze wijze had kunnen plaatsvinden. Het gerechtshof overweegt daarover dat, zoals bekend mag worden verondersteld, het Hiv-virus naast overdracht via seks ook op andere manieren kan worden overgedragen, zoals door bloed-bloed contact. De omstandigheid dat de kans op Hiv-besmetting via deze weg niet als hoogst onwaarschijnlijk terzijde kan worden gelegd, maakt eveneens dat niet buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat de Hiv-besmetting het gevolg is van onbeschermde seks tussen aangeefster en de cliënt.
Conclusie: integrale vrijspraak en niet-ontvankelijkheid van de vordering benadeelde partij!
Dus ook in hoger beroep strijden De Strafpleiters samen met u voor het beste resultaat.