Close

30 maart 2022

Vrijspraak van ontuchtige handelingen met tweeling

Eind augustus 2020 werden wij benaderd door cliënt met de vraag om hem bij te staan tijdens zijn zedenverhoor. Hij werd uitgenodigd voor een aanhouding en verhoor en werd beschuldigd van ontucht met twee meisjes, een tweeling. Cliënt zou volgens de tweeling met zijn hand in hun onderbroek zijn gegaan en daarbij hun “piezemuis” hebben aangeraakt. Gruwelijke feiten waarvan cliënt werd verdacht en waarvan hij direct afstand nam. Al jaren kwamen de meisjes over de vloer bij cliënt en zijn partner, zij zagen de meisjes als hun eigen kleinkinderen. Natuurlijk wilden wij deze cliënt bijstaan gedurende het verhoor en het verdere proces. We voelden de wanhoop dwars door de telefoon!

De meisjes waarvan hij hield alsof het zijn eigen kleinkinderen waren, die hem en zijn partner opa en oma noemde, en die altijd met plezier bij hem en zijn partner langskwamen, beschuldigden hem van vreselijke dingen. Vreselijke dingen die volgens cliënt niet eens gebeurd waren. Bij het zedenverhoor bij de politie heeft cliënt pertinent ontkend ontuchtige handelingen te hebben gepleegd bij de meisjes.

Op 25 februari 2022, anderhalf jaar na het eerste verhoor bij de zedenrecherche, diende cliënt zich verantwoorden tegenover de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda. Deze dag vormde het dieptepunt van de hel waar cliënt en zijn partner al ruim 2 jaar in zaten. Al was cliënt vastberaden om de rechters te overtuigen van zijn onschuld. En wij uiteraard ook!

Cliënt werd gedurende de zitting stevig aan de tand gevoeld door de rechters. Hierna kreeg Slachtofferhulp Nederland het woord. De medewerkster van Slachtofferhulp Nederland las de slachtofferverklaring van de vader van de tweeling voor. De vraag waarom cliënt de tenlastegelegde feiten zou hebben gepleegd kwam meerdere keren naar voren in deze slachtofferverklaring. Vervolgens kreeg de officier van justitie het woord. De officier van justitie achtte de verklaringen van de meisjes betrouwbaar en zag steun in de verklaringen van hun ouders. De verklaring van de partner van cliënt, die onder ede door de rechter-commissaris op ons verzoek is gehoord, werd door de officier van justitie van de baan geschoven. Zij is de partner van cliënt, logisch dat zij volledig achter cliënt staat, stelde de officier van justitie. Het requisitoir van de officier van justitie werd afgesloten met een absurd hoge eis.

Een eventuele veroordeling was volgens de verdediging helemaal niet aan de orde in deze zaak. Volgens de verdediging zijn de verklaringen van de meisjes onvoldoende betrouwbaar en is er in deze zaak geen sprake van wettig en overtuigend bewijs om tot een veroordeling van het tenlastegelegde misbruik te komen. Ook benadrukte de verdediging dat de verklaring van de partner van cliënt volledig in lijn is met hetgeen cliënt heeft verklaard. In het laatste woord dat cliënt kreeg, stelde hij de “waarom”-vraag dan ook terug aan de vader van de meisjes en barstte in tranen uit. Hij benadrukte nogmaals dat hij nimmer ontuchtige handelingen heeft gepleegd bij de meisjes. Hij hield zielsveel van de meisjes die hij zag als zijn eigen kleinkinderen.

Op 11 maart 2022 werd cliënt dan ook vrijgesproken van hetgeen hem ten laste werd gelegd. Een enorme opluchting voor cliënt. De rechtbank achtte dat er geen sprake was van wettig en overtuigend bewijs, waardoor vrijspraak de enige juiste beslissing is in deze zaak. Inmiddels is de uitspraak ook gepubliceerd op rechtspraak.nl (ECLI:NL:RBZWB:2022:1266).

Wordt u ook beschuldigd van een soortgelijk zedenmisdrijf of andersoortige zedenmisdrijven, wacht niet langer en neem onmiddellijk contact met ons op! Wij strijden immers samen met u!

× Hoe kan ik je helpen?