Wat betekent de nieuwe zedenwetgeving voor de praktijk van een zedenadvocaat?
Het merendeel van onze praktijk bestaat uit het behandelen van zedenzaken. De Strafpleiters ontkomen er daarom niet aan om aandacht te besteden aan de nieuwe zedenwetgeving. De invoering van de nieuwe zedenwetgeving per 1 juli 2024 heeft immers aanzienlijke implicaties voor strafrechtadvocaten die verdachten bijstaan in zedenzaken.
Belangrijkste veranderingen
De nieuwe zedenwetgeving introduceert verschillende veranderingen die van invloed zijn op de juridische praktijk van een zedenadvocaat:
Uitgebreidere Definities van Seksuele Misdrijven
Zedenadvocaten moeten bekend zijn met de bredere definities van seksuele misdrijven. Meer gedragingen worden nu expliciet strafbaar gesteld, wat betekent dat zedenadvocaten deze nieuwe categorieën moeten kunnen herkennen en begrijpen. Dat is belangrijk voor de verdedigingsstrategie, die overduidelijk nog steeds begint vanaf het eerst verhoor bij de zedenrecherche. Zo wordt met de nieuwe zedenwetgeving het zogenoemde sexchatting strafbaar: het seksueel benaderen van kinderen beneden de leeftijd van 16, maar ook het seksueel benaderen van kinderen van 16 en 17 jaar in een kwetsbare positie. Anders dan bij grooming, hetgeen wel al strafbaar is, hoeft er bij sexchatting geen sprake te zijn van het doen van een voorstel tot een ontmoeting voor seksuele doeleinden. Bovendien wordt seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar als overtreding.
Verhoogde Straffen
Met de verhoging van de straffen voor bepaalde zedendelicten zullen zedenadvocaten te maken krijgen met zwaardere strafeisen van het Openbaar Ministerie, en mogelijk ook strafopleggingen door rechters. Voor kinderporno wordt het strafmaximum bijvoorbeeld verhoogd naar 6 jaar gevangenisstraf. En bij verkrachting van een kind jonger dan 12 jaar gaat de gevangenisstraf naar maximaal 15 jaar. Als het kind tussen de 12 en 16 jaar is, dan wordt de gevangenisstraf maximaal 12 jaar. Dit alles vraagt om nog grondigere voorbereidingen en strategische verdediging voor zedenadvocaten. Cliënten dienen hier ook op voorbereid te worden.
Verlengde Verjaringstermijnen
De verlenging van verjaringstermijnen voor ernstige zedendelicten betekent dat zedenadvocaten ingeval van oude zaken bedacht moeten zijn op bewijsmateriaal dat mogelijk beperkt of moeilijk te verkrijgen is. Dit vereist een zorgvuldige inschatting van zowel het te verzamelen bewijs door het Openbaar Ministerie als het voorbereiden van de verdediging.
Nadruk op Toestemming: Geen ‘nee’ betekent niet zomaar ‘ja’
Wellicht de belangrijkste verandering voor zedenadvocaten betreft het feit dat met de nieuwe wet de nadruk wordt gelegd op expliciete en wederzijdse toestemming. Dit betekent dat zedenadvocaten grondig moeten onderzoeken en aantonen of toestemming al dan niet aanwezig was tijdens de vermeende seksuele handelingen. Het Openbaar Ministerie hoeft dwang niet meer te bewijzen ingeval van aanranding en verkrachting. De delicten aanranding en verkrachting zijn opgedeeld in een schuldvariant en een opzetvariant. Bij de opzetvariant geldt het vereiste dat de verdachte wist dat de wil tot het hebben van seks bij de ander ontbrak en toch heeft doorgezet. Dwang, geweld of bedreiging zijn bij deze variant strafverzwarende omstandigheden. Bij de schuldvariant geldt het vereiste dat de verdachte het ernstige vermoeden had dat de ander geen seks wilde. Belangrijk hierbij is, dat de persoon die seksueel contact initieert, alert moet zijn of de ander hetzelfde wil. Als er twijfel is, dan heeft deze persoon de verplichting om bij de ander na te gaan hoe diegene erin staat. Dit kan een complex en wellicht ook gevoelig onderdeel van de verdediging vormen. De nadruk op toestemming brengt met zich mee dat zedenadvocaten in staat moeten zijn om bewijs te verzamelen en te presenteren dat er sprake was van instemming, waarbij ook subtiele verschillen in gedragingen en omstandigheden van belang kunnen zijn.
Conclusie
De nieuwe zedenwetgeving vraagt van strafrechtadvocaten die zedenzaken behandelen een diepgaande kennis van de gewijzigde wet- en regelgeving en een zorgvuldige, goed doordachte aanpak van de verdediging in zedenzaken. De uitgebreidere definities en striktere regels maken zedenzaken complexer, maar niet onmogelijk om een goede verdediging neer te zetten. De Strafpleiters beschikken over de juiste deskundigheid en jarenlange ervaring om iedere zedenzaak te kunnen behandelen. Zij zijn ook voorbereid op toekomstige complexere zaken, gewijzigde bewijslast en de druk die gepaard gaat met de maatschappelijke aandacht van dit soort zaken.